Het Schil-peil is een vervanging voor het K-peil en de netto-energiebehoefte. Voor vergunningen die worden aangevraagd vanaf januari 2018 zal vermoedelijk geen K-peil meer van toepassing zijn. Dit zal worden vervangen door een schilpeil of S-peil. De eis voor het S-peil zal starten aan S31 en dit wordt verstrengd in 2020 tot een S-peil van S28, hierna is er voorlopig geen verdere verstrenging voorzien.

Momenteel zijn de eisen zo van toepassing dat de nadruk ligt op technieken en niet op de beperking van de energievraag. Het doel van het S-peil is hier verandering in te brengen. Veel van de problemen hebben onder andere te maken met de compactheid van de woning, bepaalde woningtypes worden hierdoor bevoordeeld.

Bij de bepaling van het S-peil wordt het verliesoppervlak van de woning geprojecteerd op een bol (equivalente boloppervlakte).

Een ander gevolg van het invoeren van het S-peil is dat alle oppervlaktes in rekening worden gebracht, ook die naar aangrenzende verwarmde ruimtes. Momenteel wordt verondersteld dat er geen warmte verloren gaat via de muren die grenzen aan de buur.

Concreet betekent de invoering van het S-peil:

  • De afschaffing van het K-peil en de netto-energiebehoefte.
  • De muur naar een aangrenzende verwarmde ruimte wordt als een verliesoppervlak beschouwd
  • In appartementen komt een S-peil voor elk appartement (niet één peil voor het gebouw).
  • De afschaffing van de compactheid
  • Kleine woningen worden veel minder benadeeld

Momenteel is er veel kritiek op het vastgelegde S-peil van 31. Energieconsulent Luc Dedeyne voerde al enkele simulaties uit:

“Een S-peil van 31 zal voor een appartement of voor een rijwoning geen probleem zijn, maar voor een halfopen of open bebouwing wel. We spreken van een meerkost tussen de 2.000 en 5.000 euro. Bovendien is de terugverdientijd van de investering zeer lang.”